dinsdag 13 januari 2015

20 tips om een brand bij je thuis te overleven


 door Geert Neyt (De Standaard)

Vorig jaar kwamen in ons land 69 mensen om het leven bij een woningbrand. ‘Op school of op de werkplek worden regelmatig brandoefeneningen gehouden’, zegt branddeskundige en brandweerman Tim Renders. ‘Maar hoeveel mensen hebben een vluchtplan voor als het thuis brandt? Nochtans is de kans op een brand bij je thuis een stuk groter.’ Daarom: tien vuistregels om een woningbrand te voorkomen en nog eens tien voor als het brandt.

HOE BRAND TE VOORKOMEN

1. Plaats voldoende rookmelders.
Tim Renders: ‘Liefst in elke kamer, behalve in ruimtes waar de kans op een vals alarm te groot is, zoals een keuken.’
2. Vervang de batterij bijtijds.
‘Een gewone batterij voor een rookmelder gaat een jaar mee. Beter is een niet vervangbare batterij die 10 jaar meegaat.’
3. Gooi een rookmelder na 10 jaar weg.
‘Zelfs al werkt de batterij nog, het toestel zelf zal niet meer functioneren omdat het door stof vervuild is.’
4. Laad ’s nachts geen toestellen op.
‘Oververhitte elektronische apparaten zijn een belangrijke oorzaak van brand.’
5. Droogkasten zijn tikkende tijdbommen.
‘Reinig de filters na elke droogbeurt. En wie toch wil drogen tegen een goedkoop nachttarief kan dat ook ’s avonds voor het slapen gaan. .’
6. Wees voorzichtig met sigaretten.
‘De belangrijkste oorzaak van woningbrand in ons land zijn smeulende peuken.’
7. Blaas kaarsen altijd uit voor je de kamer verlaat.
‘En plaats ze in een niet brandbare houder.’
8. Blijf in je keuken als je kookt.
9. Reinig je schoorsteen en verwarmingstoestel bijtijds.
‘Laat dat doen door een erkend vakman.’
10. Vertrouw niet op een touwladder.
‘Is enkel bruikbaar voor jonge, mobiele mensen. Beter is investeren in een vaste noodtrap.’

WAT TE DOEN BIJ BRAND

’s Nachts neemt onze mond het over van onze neus. ‘We ruiken ’s nachts niets en worden pas wakker van een brand door het lawaai’, zegt adviseur brandveiligheid Tim Renders.
‘Gemiddeld hebben we nochtans niet meer dan drie minuten tijd na het ontstaan van een woningbrand om ons uit de voeten te maken. Daarom zou iedereen thuis een vluchtplan moeten uitwerken en inoefenen.’

1. Leg een zaklamp en een gsm naast je bed.
2. Zorg ervoor dat de sleutel op of in de buurt van de voordeur blijft.
‘En spreek vooraf met de huisgenoten een plek af buiten waar jullie elkaar terugzien.’
3. Spreek een alternatieve vluchtweg af voor als de voordeur niet bereikbaar is.
‘Maar denk eraan dat een elektrische garagepoort vaak uitvalt bij brand.’
4. Neem niets mee, ook geen kleren.
‘Wie naakt slaapt, gaat naakt buiten.’
5. Bel niet eerst naar de brandweer.
‘Bel pas als iedereen veilig buiten is. Zelfs een kort gesprek kan ervoor zorgen dat je niet meer tijdig buiten geraakt.’
6. Probeer de brand op te sluiten.
‘Raak je niet buiten, sluit dan zoveel mogelijk deuren tussen jou en de brand.’
7. Open geen ramen.
‘Zo zuig je nieuwe zuurstof binnen die de brand alleen maar aanwakkert.’
8. Blijf absoluut weg uit de rook.
‘Probeer ook niet onder de rookwolk door te kruipen met een natte handdoek voor je mond. Twee happen giftige rook volstaan om je bewustzijn te laten verliezen.’
9. Spring alleen als het niets anders kan.
10. Keer niet terug om nog iets te halen.
‘Twee mensen kwamen vorig jaar om nadat ze opnieuw het brandende huis waren binnengegaan om nog iets te redden.’


Geert Neyt